Zodra je weet dat je een burn-out hebt, is het belangrijk om dit te accepteren. Dat is meestal een moeilijke stap, maar wel noodzakelijk. Je wilt je niet ziek melden op je werk en je wilt je andere dagelijkse bezigheden niet stopzetten. Maar nog langer doorgaan op je huidige tempo leidt alleen maar tot verergering van de klachten en een nog langere hersteltijd. Het is daarom heel belangrijk dat je accepteert dat je een burn-out hebt en daarna rust neemt.
Vaak kun je in de eerste fase helemaal niet meer werken. Soms kun je nog wel een aantal uur per week aan de slag. Bespreek dit met je huisarts, praktijkondersteuner of psycholoog.
Dit kun je doen om je herstel in deze fase te bevorderen
Zeg alle verplichtingen af die niet echt noodzakelijk zijn.
Breng je familie en vrienden op de hoogte.
Geef toe aan je vermoeidheid en neem rust wanneer dat nodig is.
Stop met haasten door ruim op tijd te vertrekken of je voor te bereiden.
Doe maximaal één activiteit per dag en plan dit in de middag in.
Houd eerst een kwartier aan voor je dagelijkse activiteit en vergroot de tijdsduur steeds iets meer waar mogelijk.
Doe voornamelijk leuke activiteiten en niet te veel ‘moetjes’.
Zorg voor een dagelijkse structuur: sta elke dag op hetzelfde tijdstip op, ga op hetzelfde tijdstip slapen en eet op vaste tijden.
Verminder prikkels door je telefoonmeldingen uit te zetten en bepaalde apps te blokkeren.
Kijk ‘s avonds niet meer naar beeldschermen.
Wandel elke dag een stukje, het liefst in de natuur.
Eet gezonde voeding en laat producten met suikers of ongezonde vetten staan.
Start met mindfulness oefeningen.
Vaak kun je in de eerste fase helemaal niet meer werken. Soms kun je nog wel een aantal uur per week aan de slag. Bespreek dit met je huisarts, praktijkondersteuner of psycholoog.
Dit kun je doen om je herstel in deze fase te bevorderen
Zeg alle verplichtingen af die niet echt noodzakelijk zijn.
Breng je familie en vrienden op de hoogte.
Geef toe aan je vermoeidheid en neem rust wanneer dat nodig is.
Stop met haasten door ruim op tijd te vertrekken of je voor te bereiden.
Doe maximaal één activiteit per dag en plan dit in de middag in.
Houd eerst een kwartier aan voor je dagelijkse activiteit en vergroot de tijdsduur steeds iets meer waar mogelijk.
Doe voornamelijk leuke activiteiten en niet te veel ‘moetjes’.
Zorg voor een dagelijkse structuur: sta elke dag op hetzelfde tijdstip op, ga op hetzelfde tijdstip slapen en eet op vaste tijden.
Verminder prikkels door je telefoonmeldingen uit te zetten en bepaalde apps te blokkeren.
Kijk ‘s avonds niet meer naar beeldschermen.
Wandel elke dag een stukje, het liefst in de natuur.
Eet gezonde voeding en laat producten met suikers of ongezonde vetten staan.
Start met mindfulness oefeningen.