Gevoelens toelaten, ruimte maken.
Situatie: Je hebt een vervelende ervaring , of je hebt net een vervelende ervaring achter de rug. Voorbeelden: je hebt net een vervelend gesprek met je baas gehad, je hebt hoofdpijn, je maakt je zorgen over de toekomst enz. Wat kun je doen?
Merk het op. Richt je aandacht op wat die ervaring met je doet. Wat gaat er door je heen? Sta hier aandachtig stil bij.
Let op je ademhaling. Probeer je voor te stellen dat je dit nare gevoel in- en uit ademt. Hou het gevoel dicht bij je en probeer het niet van je af te blazen. Wees aanwezig met het nare gevoel, terwijl je ademhaalt.
Geef het gevoel bestaansrecht. Probeer het gevoel niet kwijt te raken of te veranderen. Probeer juist om het gevoel uit te nodigen. Niet omdat het leuk is, maar omdat je bereid met om vervelende gevoelens te ervaren.
Situatie: Je hebt een vervelende ervaring , of je hebt net een vervelende ervaring achter de rug. Voorbeelden: je hebt net een vervelend gesprek met je baas gehad, je hebt hoofdpijn, je maakt je zorgen over de toekomst enz. Wat kun je doen?
Merk het op. Richt je aandacht op wat die ervaring met je doet. Wat gaat er door je heen? Sta hier aandachtig stil bij.
Let op je ademhaling. Probeer je voor te stellen dat je dit nare gevoel in- en uit ademt. Hou het gevoel dicht bij je en probeer het niet van je af te blazen. Wees aanwezig met het nare gevoel, terwijl je ademhaalt.
Geef het gevoel bestaansrecht. Probeer het gevoel niet kwijt te raken of te veranderen. Probeer juist om het gevoel uit te nodigen. Niet omdat het leuk is, maar omdat je bereid met om vervelende gevoelens te ervaren.