Schrijf bovenaan op een papieren woord 'BOOS'.
Zet daar onder de dingen die jou op dit moment boos maken.
Wat maakt jou boos...onderzoek dit eens in jezelf en schrijf ze op. Kleine én grote dingen.
Lees daarna de dingen die je hebt opgeschreven nog eens na en vul eventueel aan...
Als je alles voor dit moment hebt genoteerd, zeg je de dingen die je hebt opgeschreven hardop. Als laatste zeg je tegen jezelf; "Ja...ik ben boos en ik mag boos zijn!" Voel bij jezelf eens na wat deze oefening met je doet.
Zet daar onder de dingen die jou op dit moment boos maken.
Wat maakt jou boos...onderzoek dit eens in jezelf en schrijf ze op. Kleine én grote dingen.
Lees daarna de dingen die je hebt opgeschreven nog eens na en vul eventueel aan...
Als je alles voor dit moment hebt genoteerd, zeg je de dingen die je hebt opgeschreven hardop. Als laatste zeg je tegen jezelf; "Ja...ik ben boos en ik mag boos zijn!" Voel bij jezelf eens na wat deze oefening met je doet.