Spreek vanuit jezelf (“ik voel me... wanneer…”), en probeer niet naar de ander te wijzen ("jij doet altijd...”). Dit zorgt ervoor dat de boodschap niet aanvallend overkomt en vergroot de kans dat de ander open staat voor wat je zegt.
Bijvoorbeeld: "Ik merk dat ik me opgejaagd voel als ik weinig tijd heb om een taak af te ronden. Zou je me iets meer tijd kunnen geven?"
Bijvoorbeeld: "Ik merk dat ik me opgejaagd voel als ik weinig tijd heb om een taak af te ronden. Zou je me iets meer tijd kunnen geven?"