Na de dood van 'haar betere ik', haar man en schrijver Karel Glastra van Loon, behoorde Karin plotseling tot dat lastige volkje van weduwen en weduwnaars. Op zijn veel te vroege dood volgde een periode van vallen en opstaan, waarin het verlies als zoutzuur doorvrat. Zonder hulp van anderen redt niemand het, maar toch stond bovenaan haar ergernissenlijst het goedbedoelde zinnetje 'Je mag mij altijd bellen'. Want hoe welgemeend ook, dit is hulp die je met lege handen achterlaat...
Omdat je in je diepste wanhoop niet wilt bellen en niet kúnt bellen, omdat je slechts denkt: nee, het gaat niet! Zij moeten míj bellen!
Het duurde honderden dagen, maar uiteindelijk volgde er een periode waarin Karin terugveerde en haar levenslust hervond. Met dit boek wist ze een stem te geven aan haar vele lotgenoten in rouw.
Omdat je in je diepste wanhoop niet wilt bellen en niet kúnt bellen, omdat je slechts denkt: nee, het gaat niet! Zij moeten míj bellen!
Het duurde honderden dagen, maar uiteindelijk volgde er een periode waarin Karin terugveerde en haar levenslust hervond. Met dit boek wist ze een stem te geven aan haar vele lotgenoten in rouw.
Catharina
Therapie Assen
Lid van Therapiepsycholoog
Assen