[Moet] [ik] [dit] [nu] [doen]?
Je kunt de vraag op 5 verschillende manieren lezen, al naar gelang op welk woord je de klemtoon legt. Door elke keer het accent van de vraag op één van de woorden in de zin te leggen, stel je jezelf steeds een andere soort vraag. Beantwoord je de eerste of volgende vraag met nee, dan hoef je de overige vragen niet meer te beantwoorden en kun je het verzoek, de taak of actie naast je neerleggen of aan een ander overlaten.
Stel jezelf op de volgende 5 verschillende manieren dezelfde vraag,
MOET ik dit nu doen?
moet IK dit nu doen?
moet ik DIT nu doen?
moet ik dit NU doen ?
moet ik dit nu DOEN?
Je kunt de vraag op 5 verschillende manieren lezen, al naar gelang op welk woord je de klemtoon legt. Door elke keer het accent van de vraag op één van de woorden in de zin te leggen, stel je jezelf steeds een andere soort vraag. Beantwoord je de eerste of volgende vraag met nee, dan hoef je de overige vragen niet meer te beantwoorden en kun je het verzoek, de taak of actie naast je neerleggen of aan een ander overlaten.
Stel jezelf op de volgende 5 verschillende manieren dezelfde vraag,
MOET ik dit nu doen?
moet IK dit nu doen?
moet ik DIT nu doen?
moet ik dit NU doen ?
moet ik dit nu DOEN?
Margot
Therapie Maarssen
Lid van Therapiepsycholoog
Maarssen