Lichaamsgerichte oefeningen:
Aarden is met beide benen op de grond staan, in je lichaam zijn, in contact zijn met je eigen lijf.
Als je geaard bent, ben je in de realiteit van dat moment. Niet geaarde mensen ‘zweven', zijn vaak angstig en kunnen neiging hebben tot hyperventilatie. Door te werken met lichaamsbewustzijn en het opladen en afvoeren van energie wordt de basiszekerheid vergroot.
1. Basishouding staand
- Je begint met een goed contact met de grond:
- Sta op beide benen, met de knieën niet op slot voeten, niet naar buiten wijzend, maar de grote tenen iets naar binnen. Voel dat maar. Houd goed contact met de grond en via je voeten.
- Houd je knieën iets gebogen om energie door je gewrichten te laten stromen.
- Kantel je bekken, zoek het midden
- Recht je rug en bovenlijf, ontspan je schouders, adem goed door. Neem waar wat er in je lijf waar te nemen valt.
2. Aarden
- Ga nu op één been staan.
- Duw met je voetbal de grond weg. De andere voet mag op een teen steunen.
- Zak door de knieën en kom weer omhoog. Voel je de rilling?
- Komt terug en let op het verschil in gevoel met het andere been. Is het meer geaard?
- Doe hetzelfde met het andere been.
- Buig langzaam voorover. Blijf even hangen. Adem door. Kom dan langzaam omhoog.
- Neem je lichaam waar.
Aarden is met beide benen op de grond staan, in je lichaam zijn, in contact zijn met je eigen lijf.
Als je geaard bent, ben je in de realiteit van dat moment. Niet geaarde mensen ‘zweven', zijn vaak angstig en kunnen neiging hebben tot hyperventilatie. Door te werken met lichaamsbewustzijn en het opladen en afvoeren van energie wordt de basiszekerheid vergroot.
1. Basishouding staand
- Je begint met een goed contact met de grond:
- Sta op beide benen, met de knieën niet op slot voeten, niet naar buiten wijzend, maar de grote tenen iets naar binnen. Voel dat maar. Houd goed contact met de grond en via je voeten.
- Houd je knieën iets gebogen om energie door je gewrichten te laten stromen.
- Kantel je bekken, zoek het midden
- Recht je rug en bovenlijf, ontspan je schouders, adem goed door. Neem waar wat er in je lijf waar te nemen valt.
2. Aarden
- Ga nu op één been staan.
- Duw met je voetbal de grond weg. De andere voet mag op een teen steunen.
- Zak door de knieën en kom weer omhoog. Voel je de rilling?
- Komt terug en let op het verschil in gevoel met het andere been. Is het meer geaard?
- Doe hetzelfde met het andere been.
- Buig langzaam voorover. Blijf even hangen. Adem door. Kom dan langzaam omhoog.
- Neem je lichaam waar.