Defusie oefening
Met deze oefening kun je leren afstand te creëren tussen jezelf en een belemmerende overtuiging of gedachte en het positieve effect van het afstand nemen gaan ervaren.
Bij deze oefening gebruik je pen en papier.
1. Stel eerst je belemmerende overtuiging of gedachte vast, bijvoorbeeld “er zijn vast nog veel meer dingen mis in mijn lichaam”.
2. Schrijf deze gedachte op: “er zijn vast nog veel meer dingen mis in mijn lichaam”. Lees deze zin nog een keer en doorvoel wat de impact is van het volledig geloven/samenvallen met deze gedachte. Let op je lichaamssensaties, gevoelens en innerlijke beelden.
3. Schrijf daaronder vervolgens op: “Ik heb de gedachte dat er vast nog veel meer dingen mis zijn in mijn lichaam”.
Herlees deze zin en doorvoel wat er nu gebeurt. Let op de veranderingen in je lichaamssensaties, gevoelens en innerlijke beelden.
4. En schrijf nu op: “Ik merk op dat ik de gedachte heb dat er vast nog veel meer dingen mis zijn in mijn lichaam”.
En opnieuw ga je voor jezelf na wat het effect is als je deze zin herleest. Let weer op de veranderingen in je lichaamssensaties, gevoelens en innerlijke beelden.
5. En stel jezelf dan de vraag wat een behulpzamer gedachte zou kunnen zijn en schrijf die ook weer op, bijv. “en er zijn ook momenten dat ik me ontspannen, relaxed en rustig voel”.
En verbind je met het positieve gevoel wat deze behulpzame gedachte je geeft.
Met deze oefening kun je leren afstand te creëren tussen jezelf en een belemmerende overtuiging of gedachte en het positieve effect van het afstand nemen gaan ervaren.
Bij deze oefening gebruik je pen en papier.
1. Stel eerst je belemmerende overtuiging of gedachte vast, bijvoorbeeld “er zijn vast nog veel meer dingen mis in mijn lichaam”.
2. Schrijf deze gedachte op: “er zijn vast nog veel meer dingen mis in mijn lichaam”. Lees deze zin nog een keer en doorvoel wat de impact is van het volledig geloven/samenvallen met deze gedachte. Let op je lichaamssensaties, gevoelens en innerlijke beelden.
3. Schrijf daaronder vervolgens op: “Ik heb de gedachte dat er vast nog veel meer dingen mis zijn in mijn lichaam”.
Herlees deze zin en doorvoel wat er nu gebeurt. Let op de veranderingen in je lichaamssensaties, gevoelens en innerlijke beelden.
4. En schrijf nu op: “Ik merk op dat ik de gedachte heb dat er vast nog veel meer dingen mis zijn in mijn lichaam”.
En opnieuw ga je voor jezelf na wat het effect is als je deze zin herleest. Let weer op de veranderingen in je lichaamssensaties, gevoelens en innerlijke beelden.
5. En stel jezelf dan de vraag wat een behulpzamer gedachte zou kunnen zijn en schrijf die ook weer op, bijv. “en er zijn ook momenten dat ik me ontspannen, relaxed en rustig voel”.
En verbind je met het positieve gevoel wat deze behulpzame gedachte je geeft.