Toen ik 16 was, verloor ik mijn mama. Ze was mijn beste vriendin en rots in de branding. Op een periode van één jaar is ze door baarmoederkanker afgetakeld naar een schim van zichzelf, gedrogeerd onder morfine. Net geen 49 jaar geworden en haar hele leven in teken van anderen geleefd. Dik oneerlijk voor haar, maar ook voor ons. Het heeft een flinke kras achtergelaten op onze ziel.
De band met mijn vader was toen niet zo super, maar in de jaren erna zijn we dichter bij mekaar gegroeid. Ik was mijn moeder kwijt, maar had mijn vader teruggevonden.
In 2020, 10 jaar na het verlies van mijn moeder, kreeg mijn vader de diagnose van dikkedarmkanker. Het ging behandelbaar zijn, we moesten niet uitgaan van het ergste, ... je kent het wel. De zaken die mensen zeggen om zogezegd te troosten. Mensen die kanker niet van dichtbij hebben meegemaakt, kunnen niet beseffen wat een behandeling met een persoon doet en wat voor aanslag het vormt op het fysieke en het mentale.
Behandelingen opgestart, zware darmoperatie ondergaan, stoma geplaatst. De hele reutemeteut. En ja, we krijgen kortstondig in de lente van 2021 het nieuws dat hij kankervrij verklaard is. Hoera, we mogen weer ademen, genieten!
Voor mij was het genieten van een tijd met hem van korte duur, want in juli 2021 beviel ik van mijn eerste dochter. Normaal een tijd van roze wolkjes. Realiteit was veel babygehuil, onmacht, borstvoedingsfrustratie, uitputting, ... Allemaal niet zo vreemd, maar slopend. Te meer omdat begin september 2021 bij het wegnemen van de stoma van mijn vader, opnieuw kankercellen gevonden werden in het buikvlies.
Uitzaaiing in het buikvlies, dokter google geeft een levensverwachting van 1 jaar. Maar het ging weer behandelbaar zijn, we moesten weer niet uitgaan van het ergste, ... Het heeft exact één jaar geduurd. Eind augustus 2022 is hij overleden.
Geprobeerd zo veel als mogelijk bij hem te zijn, iets te kunnen betekenen, de band met de kleindochter zo veel als mogelijk nog op te kunnen bouwen, ook al was zij een huilbaby tot 7 maanden. Zeker de laatste weken van zijn leven was het schipperen tussen werk, gezin en zorg.
Hij heeft gevochten tot het einde, wou leven, wou zijn kleinkinderen zien opgroeien, maar heeft toch uiteindelijk zelf de keuze moeten maken voor euthanasie.
Zelfs zijn euthanasie was een strijd. Zijn PAC zat blijkbaar verstopt bij het toedienen van de medicatie, zoeken naar aders was een zware bevalling. Kortom, in plaats van 3 minuten, heeft zijn doodsstrijd een uur geduurd. In plaats van in coma zachtjes weg te glijden, was hij er van bewust tot de laatste seconde. Die laatste happen naar lucht met zijn ogen wagenwijd open...
En nu ben ik wees. Geen moeder, geen vader. Ik ben nog net geen 29 jaar.
We zijn 9 weken verder en ik daver op mijn grondvesten. Ik zit gevangen in mijn eigen huid. Ik probeer terug te werken, te zorgen voor mijn gezin, te zorgen voor zijn achtergebleven partner, ...
Maar telkens er één bal omhoog gaat, valt de andere weer op de grond.
Erkenning voor het verdriet en de uitputting dat zich afgelopen jaren opgestapeld heeft, vind ik bijzonder weinig in mijn omgeving. Begrip dat dit ook weer de oude wonden openrijt van het verlies van mijn moeder, is ook ver zoek. Je hoort dan de standaard antwoorden: "tijd heelt de wonden", "de scherpe randen gaan ervan af", "het is een proces", "binnenkort heb je het een plaatsje kunnen geven", "het komt allemaal goed". Kortom: je moet doorgaan, want zo hoort het.
Ik wil geen medelijden, maar gewoon erkenning van mijn verdriet dat ik nu beleef. Gewoon begrip dat het weer eens minder gaat, dat het weer eens wat minder productief is.
Ja het wordt weer beter, ja tijd verzacht het verlies. Maar daar ben ik nu vandaag de dag vet mee.