Onderzoek eens hoe sterk jouw innerlijke criticus is.
Ieder mens kan een innerlijke criticus bij zichzelf herkennen. Dit is de kant van jezelf die oordeelt, verwijten maakt en geen open vragen stelt, met name aan jezelf.
Voorbeeld:
Ik ben moe en wil uitslapen. Er komt direct een gedachte op 'dat mag niet, luilak'. Vervolgens sta ik maar op omdat ik de rust niet meer kan vinden om uit te slapen en ik ga wat nuttigs doen. Vervolgens hoor ik in mezelf 'wat zorg je toch slecht voor jezelf, ben je zo hard aan het werk terwijl je moe bent, neem jezelf toch eens serieus'.
Beide reacties komen voort uit de innerlijke criticus die mij verhinderd mijn eerste impuls te volgen.
Kenmerkend voor de innerlijk criticus is dat de gedachten gaan over wat goed en slecht is, of wat mag en niet mag. Zoals je in het voorbeeld leest is de innerlijke criticus ook eigenlijk nooit tevreden; niet als je aan je authentieke impuls toegeeft en niet als je dat wel doet.
Soms gaan mensen zo gebukt onder hun innerlijke criticus dat ze vast komen te zitten en zich depressief voelen.