3 principes van Feedback
Wanneer feedback?
Als het gedrag van iemand je stoort kan je die persoon soms uit de weg gaan. Dat kan echter niet als het gaat om iemand met wie je een vaste relatie hebt, zoals een vriend, je partner, je buurman of collega. Storend gedrag in zo’n relatie kan je aan de orde stellen met behulp van de methode van feedback geven.
Feedback geven is lastig en je moet het goed voorbereiden. Er zijn drie principes die je moet volgen. Als je het niet goed doet merk je dat onmiddellijk omdat de ander zich gaat verdedigen. Dat betekent dat jij hem of haar (onbedoeld) hebt aangevallen. En dat is precies wat je met feedback wil vermijden.
De drie principes van feedback zijn dat je i. geen verwijt maakt, ii. het gedrag feitelijk beschrijft en iii. jouw gevoel beschrijft dat het gedrag oproept. Als je dit goed doet vermijd je de ander te bekritiseren en zal die zich ook niet hoeven te verdedigen.
De eerste valkuil hier is dat je op min of meer subtiele wijze toch kritisch en afwijzend bent. Als de ander zich gaat verdedigen is dat het signaal dat je op de een of andere manier een verwijt hebt gemaakt. Je kunt dan vragen of de ander zich door jou bekritiseerd voelt en zo ja, door wat precies wat je gezegd hebt. Dan weet je wat je verkeerd hebt gezegd en kan je je excuses maken of het proberen te herstellen.
Kritiek en afwijzing zijn vaak subtiel verpakt. Mijn vriendin reageert bijvoorbeeld heftig als ik het gedrag dat me stoort beschrijf en dan uit ergernis het woordje “altijd” toevoeg. Ik zeg niet dat ze, bijvoorbeeld, te hard praat (wat op dit moment zo kan zijn) maar zeg bijvoorbeeld dat ze “altijd te hard praat” (en dan is het een verwijt én niet waar) Mijn kritiek blijkt door toevoeging van één misplaatst woordje: “altijd”.
Een tweede valkuil is om het gedrag niet precies en feitelijk te beschrijven, maar wat vaag te houden om op die manier te vermijden dat je kritisch overkomt. Dat werkt veelal averechts. Als je het alleen hebt over “wat de ander doet” moet die ander maar proberen te ontdekken over welk gedrag je het hebt. Als hij of zij al bewust is wat er ongemakkelijk kan zijn aan het gedrag zou het waarschijnlijk niet gebeuren. Het is dus belangrijk om zowel feitelijk als duidelijk te zijn.
De derde valkuil is dat je geen gevoel uitspreekt maar een als gevoel verpakt verwijt. Als je bijvoorbeeld zegt dat je “je niet gezien voelt” is dat geen gevoel maar het verwijt dat de ander je niet ziet. Idem dito: ik voel me “niet gehoord, alleen gelaten, verwaarloosd” enzovoort zijn geen gevoelens maar verwijten. Steeds geldt: als de ander zich gaat verdedigen, heb jij een verwijt gemaakt!
Wanneer feedback?
Als het gedrag van iemand je stoort kan je die persoon soms uit de weg gaan. Dat kan echter niet als het gaat om iemand met wie je een vaste relatie hebt, zoals een vriend, je partner, je buurman of collega. Storend gedrag in zo’n relatie kan je aan de orde stellen met behulp van de methode van feedback geven.
Feedback geven is lastig en je moet het goed voorbereiden. Er zijn drie principes die je moet volgen. Als je het niet goed doet merk je dat onmiddellijk omdat de ander zich gaat verdedigen. Dat betekent dat jij hem of haar (onbedoeld) hebt aangevallen. En dat is precies wat je met feedback wil vermijden.
De drie principes van feedback zijn dat je i. geen verwijt maakt, ii. het gedrag feitelijk beschrijft en iii. jouw gevoel beschrijft dat het gedrag oproept. Als je dit goed doet vermijd je de ander te bekritiseren en zal die zich ook niet hoeven te verdedigen.
De eerste valkuil hier is dat je op min of meer subtiele wijze toch kritisch en afwijzend bent. Als de ander zich gaat verdedigen is dat het signaal dat je op de een of andere manier een verwijt hebt gemaakt. Je kunt dan vragen of de ander zich door jou bekritiseerd voelt en zo ja, door wat precies wat je gezegd hebt. Dan weet je wat je verkeerd hebt gezegd en kan je je excuses maken of het proberen te herstellen.
Kritiek en afwijzing zijn vaak subtiel verpakt. Mijn vriendin reageert bijvoorbeeld heftig als ik het gedrag dat me stoort beschrijf en dan uit ergernis het woordje “altijd” toevoeg. Ik zeg niet dat ze, bijvoorbeeld, te hard praat (wat op dit moment zo kan zijn) maar zeg bijvoorbeeld dat ze “altijd te hard praat” (en dan is het een verwijt én niet waar) Mijn kritiek blijkt door toevoeging van één misplaatst woordje: “altijd”.
Een tweede valkuil is om het gedrag niet precies en feitelijk te beschrijven, maar wat vaag te houden om op die manier te vermijden dat je kritisch overkomt. Dat werkt veelal averechts. Als je het alleen hebt over “wat de ander doet” moet die ander maar proberen te ontdekken over welk gedrag je het hebt. Als hij of zij al bewust is wat er ongemakkelijk kan zijn aan het gedrag zou het waarschijnlijk niet gebeuren. Het is dus belangrijk om zowel feitelijk als duidelijk te zijn.
De derde valkuil is dat je geen gevoel uitspreekt maar een als gevoel verpakt verwijt. Als je bijvoorbeeld zegt dat je “je niet gezien voelt” is dat geen gevoel maar het verwijt dat de ander je niet ziet. Idem dito: ik voel me “niet gehoord, alleen gelaten, verwaarloosd” enzovoort zijn geen gevoelens maar verwijten. Steeds geldt: als de ander zich gaat verdedigen, heb jij een verwijt gemaakt!
Paul
Gestalttherapie Haarlem
Lid van Therapiepsycholoog
Haarlem