Het aangeven van grenzen kan spanning oproepen. Misschien heb je gedachten als "Straks vindt die ander me egoïstisch" of "Ik moet aardig zijn". ACT leert ons dat we niet hoeven te vechten tegen deze gedachten of gevoelens. Ze mogen er zijn, terwijl jij doet wat belangrijk voor je is.
Oefening: Schrijf eens een ‘uitnodiging voor je angst’. Noteer een situatie waarin je bang bent om een grens aan te geven. Bijvoorbeeld: "Als ik mijn collega vertel dat ik niet kan overwerken, voel ik spanning." Schrijf vervolgens: "Hallo spanning, ik zie dat je er bent. Je mag met me meekomen terwijl ik toch mijn grens aangeef."
Oefening: Schrijf eens een ‘uitnodiging voor je angst’. Noteer een situatie waarin je bang bent om een grens aan te geven. Bijvoorbeeld: "Als ik mijn collega vertel dat ik niet kan overwerken, voel ik spanning." Schrijf vervolgens: "Hallo spanning, ik zie dat je er bent. Je mag met me meekomen terwijl ik toch mijn grens aangeef."