22 oktober 2020 is mijn man overleden.
Terwijl de wereld op slot ging vanwege Corona, kregen wij op 1 april 2020 de diagnose 'uitgezaaide galblaaskanker' en de prognose 'maanden tot een jaar'. Onze dochter, ons cadeautje, was toen anderhalf. Het is niet in woorden uit te drukken wat er toen door ons heen ging, noch wisten wij wat ons te wachten stond. Een dik half jaar aan ellende: chemo, bloed prikken, uitdroging, trombose, longembolie, bloedneuzen, belabberde communicatie, wiel uitvinden en als klap op de vuurpijl een begrafenis regelen. Alles te midden van Corona.
Er werd ons aangeraden herinneringen te maken, leuke dingen doen. Hoe doe je dat met een doodvonnis? Mijn man heeft alles aangepakt voor mij, voor onze dochter. Hij wilde zo lang mogelijk bij ons blijven. Hij heeft het geprobeerd, maar er was geen redden aan. Hij heeft niet 'gevochten', hij heeft het niet 'het gevecht verloren'. Dat zou impliceren dat het eerlijk was en dat was het vanaf dag 1 niet.
Op 19 oktober 2020 gaf hij aan dat hij het niet meer kon, hij was op, hij wilde niet meer. Na veel tumult en nog meer ellende is hij woensdagavond 21 oktober palliatief gesedeerd, waarna hij nog een doodsstrijd gevoerd heeft van bijna 25 uur. Dat was afschuwelijk. De liefde van mijn leven, de vreselijk sterke vader van mijn dochter, mijn knappe man. Ik moest hem loslaten en hij ons. 45 jaar, altijd gesport, 100 kg spiermassa met een klein randje om zijn buik... En hij was volledig uitgemergeld. Er was niets meer van hem over.
Ik was kapot na zijn dood. Ik was lamgeslagen. Volledig apathisch en kon niets anders dan huilen en naar de begraafplaats gaan. Meer wilde ik niet. Nouja, ik wilde eigenlijk bij hem liggen, opdat ik hem niet meer hoefde te missen en die vreselijke pijn niet hoefde te dragen of doorleven. Ik heb nooit serieus de gedachte gehad om uit het leven te stappen, want wat zou ik mijn dochter aandoen? Geen kind meer gewenst dat zij!
Langzaam maar zeker krijgt ons leven vorm, zonder hem. Iedere dag mis ik hem. De ene dag meer, heftiger, dan de andere. Nooit. Nooit meer knuffelen, kletsen, wijntje drinken, ruzie maken. Dat vind ik hard. Nog steeds.
Terwijl de wereld op slot ging vanwege Corona, kregen wij op 1 april 2020 de diagnose 'uitgezaaide galblaaskanker' en de prognose 'maanden tot een jaar'. Onze dochter, ons cadeautje, was toen anderhalf. Het is niet in woorden uit te drukken wat er toen door ons heen ging, noch wisten wij wat ons te wachten stond. Een dik half jaar aan ellende: chemo, bloed prikken, uitdroging, trombose, longembolie, bloedneuzen, belabberde communicatie, wiel uitvinden en als klap op de vuurpijl een begrafenis regelen. Alles te midden van Corona.
Er werd ons aangeraden herinneringen te maken, leuke dingen doen. Hoe doe je dat met een doodvonnis? Mijn man heeft alles aangepakt voor mij, voor onze dochter. Hij wilde zo lang mogelijk bij ons blijven. Hij heeft het geprobeerd, maar er was geen redden aan. Hij heeft niet 'gevochten', hij heeft het niet 'het gevecht verloren'. Dat zou impliceren dat het eerlijk was en dat was het vanaf dag 1 niet.
Op 19 oktober 2020 gaf hij aan dat hij het niet meer kon, hij was op, hij wilde niet meer. Na veel tumult en nog meer ellende is hij woensdagavond 21 oktober palliatief gesedeerd, waarna hij nog een doodsstrijd gevoerd heeft van bijna 25 uur. Dat was afschuwelijk. De liefde van mijn leven, de vreselijk sterke vader van mijn dochter, mijn knappe man. Ik moest hem loslaten en hij ons. 45 jaar, altijd gesport, 100 kg spiermassa met een klein randje om zijn buik... En hij was volledig uitgemergeld. Er was niets meer van hem over.
Ik was kapot na zijn dood. Ik was lamgeslagen. Volledig apathisch en kon niets anders dan huilen en naar de begraafplaats gaan. Meer wilde ik niet. Nouja, ik wilde eigenlijk bij hem liggen, opdat ik hem niet meer hoefde te missen en die vreselijke pijn niet hoefde te dragen of doorleven. Ik heb nooit serieus de gedachte gehad om uit het leven te stappen, want wat zou ik mijn dochter aandoen? Geen kind meer gewenst dat zij!
Langzaam maar zeker krijgt ons leven vorm, zonder hem. Iedere dag mis ik hem. De ene dag meer, heftiger, dan de andere. Nooit. Nooit meer knuffelen, kletsen, wijntje drinken, ruzie maken. Dat vind ik hard. Nog steeds.
Anoniem
06-03-2024