Oefening: Maak een tekening met ...

Neem een vel papier en teken een rondje op het vel. Schrijf daar je naam bij. Dit ben jij.

Teken daarna je familieleden op het papier. Dichtbij jouw rondje als ze dichtbij je staan. Verder weg van jouw rondje als ze verder weg staan. Noteer ook familieleden waarmee misschien het contact verbroken is. Of die zijn overleden. Of die je nooit hebt leren kennen. Gebruik een groen potlood voor mensen waarmee het contact goed is. Gebruik een rood potlood voor mensen met wie je het contact minder soepel loopt.

Teken ook met 2 kleuren en gepaste afstanden jouw (oude)vrienden, (oud)collega's, mensen met wie je sport(te) of andere hobby's deelde, je buren, je (oud)klasgenoten, (oud)kennissen, (oud)hulpverleners e.d.

Wat valt je op aan deze tekening als deze klaar is?
Wat voel je daarbij?
Welk contact zou je het meeste willen veranderen?

Bespreek dit met iemand die dichtbij je staat.