Deze oefening kun je doen met je aandacht bij een bepaalde context waarin je last hebt van een negatief zelfbeeld (bijvoorbeeld op je werk). Of je kunt dit spontaan, zonder context erbij doen.
Pak pen en papier en probeer niet na te denken terwijl je de volgende zin bij herhaling afmaakt:
Ik ben ....
Als je last hebt van een negatief zelfbeeld zullen daar (wellicht naast positieve) negatieve oordelen over wie je bent uit komen.
Is er één die je het meest raakt/die het meest belangrijk voor je is? Kies anders willekeurig één van de negatieve oordelen over jezelf.
Ga na welke gedrag van jou erop wijst dat jij zó ... bent.
Vraag je vervolgens af welke positieve eigenschap er in dit gedrag schuilgaat (ook als jij zelf dit niet direct als positief ervaart). Wanneer en hoe zou deze positieve eigenschap je van pas komen?