Oefening voor ademcontrole:
• Ga op een stoel zitten en probeer met de buik adem te halen.
Je kunt dit het beste controleren door de handen op de buik te
leggen. Je voelt dan je eigen ademhaling. Eventueel kun je iemand
laten toekijken of de borstkas misschien toch gebruikt wordt om te
ademen.
• Wanneer dit een beetje lukt, hou je het volgende tempo aan :
twee tellen inademen, vijf tellen uitademen, twee tellen inademen, vijf tellen uitademen, enz. Per tel neem je ruim één seconde.
• Het langzaam uitademen kost in de regel de meeste moeite. Je
kunt dit het beste doen door bij elke tel een beetje lucht te laten
ontsnappen.
• Je hebt dan als het ware een drievoudige controle. Je denkt bewust
over het ademen na. Doordat je met je handen je buik vasthoudt
voel je de ademhaling. Doordat je hoorbaar met kleine schokjes
uitademt hoor je je eigen ademhaling.
• Ga op een stoel zitten en probeer met de buik adem te halen.
Je kunt dit het beste controleren door de handen op de buik te
leggen. Je voelt dan je eigen ademhaling. Eventueel kun je iemand
laten toekijken of de borstkas misschien toch gebruikt wordt om te
ademen.
• Wanneer dit een beetje lukt, hou je het volgende tempo aan :
twee tellen inademen, vijf tellen uitademen, twee tellen inademen, vijf tellen uitademen, enz. Per tel neem je ruim één seconde.
• Het langzaam uitademen kost in de regel de meeste moeite. Je
kunt dit het beste doen door bij elke tel een beetje lucht te laten
ontsnappen.
• Je hebt dan als het ware een drievoudige controle. Je denkt bewust
over het ademen na. Doordat je met je handen je buik vasthoudt
voel je de ademhaling. Doordat je hoorbaar met kleine schokjes
uitademt hoor je je eigen ademhaling.