TASTZIN
Ons tastzintuig is overal op ons lichaam op een andere wijze actief, afhankelijk van de functie die ze hebben per plaats. Zelfs als er een haar tussen je tanden zit, kun je die voelen.
Elke vinger tast anders af (ontdek zelf het verschil maar eens).
Ook in je mond, je keel en je slokdarm zitten tastlichaampjes.
Je hebt ze nodig om de buitenwereld te ontdekken en via diezelfde buitenwereld je eigen lichaam bewust te worden. Het is je ultieme beveiligingssysteem.
Wanneer je iets aftast, pendel je eigenlijk tussen die buitenwereld en je eigen binnenwereld heen en weer.
Het bewust voelen heeft een regulerende werking op het zenuwstelsel.
Kinderen met natte, klamme handjes - wat een teken kan zijn van een niet goed regulerend systeem - krijgen door voelactiviteiten weer droge handen.
Kinderen die druk en gespannen zijn, worden door gerichte voelspelletjes weer rustig. Kinderen komen van hun vijfde versnelling terug in hun eerste versnelling; ze komen terug in het NU.
Kinderen leren hun begrenzing kennen en zelf bepalen dat & hoe zij er binnen kunnen blijven en dat & hoe zij buiten hun grenzen kunnen treden, hun grenzen kunnen overschrijden.
Grenzen zijn de muren van hun huis.
Er zijn binnenmuren en er zijn buitenmuren. En er is een spouwmuur voor de nodige isolatie.
Kinderen moeten leren dat & hoe zij de ramen en deuren die naar buiten gaan, kunnen openen en sluiten.
Hetzelfde geldt voor de ramen en deuren aan de binnenkant.
Een hele toer !
Wanneer een slak op onderzoek uitgaat, komt hij deels uit zijn huisje, steekt zijn voelhorens uit en tast daarmee de omgeving af. Bij gevaar en onheil trekt hij zijn voelhorens in en kruipt weer in zijn beschermende huis.
Die kunst moeten onze kinderen (en wij ook) zich eigen maken om niet overprikkeld te raken.
Bij veel kinderen in deze tijd staan alle voelhoorntjes op steeltjes gericht op die ongelooflijk interessante, impressievolle buitenwereld.
Kleine kinderen kunnen nog niet selectief ramen en deuren openzetten en sluiten; zij kunnen nog niet selectief omgaan met al die prikkels. Ze horen, zien, ruiken, voelen alles.
Ieder kind komt met een puur persoonlijk zenuwstelsel ter wereld. Daar is veel variatie in mogelijk . Ieder kind heeft zijn eigen temperament. Een cholericus heeft een andere verschijningsvorm dan een flegmaticus. We moeten oppassen om ze dan niet te snel als adhd er of add er te bestempelen Er zijn enorme variaties in zintuigbelevingen van kinderen mogelijk
Oliver Sacks, een bekend psychiater / publicist was zo’n kind. Hij kwam er pas op latere leeftijd achter dat wat hij had en heeft, niet bij iedereen zo was en is. Hij kan geen gezichten onthouden maar wel de stemmen en de lichaamstaal van mensen.
Er zijn mensen die muziek horen en tegelijkertijd kleuren waarnemen.
Er zijn mensen die geuren waarnemen in kleuren.
Etc. etc.
Oliver Sacks heeft daarover gepubliceerd; over allerlei variaties die er zijn in vermenging van zintuigsignalen.
Naast deze abnormaliteiten zijn er ook heel veel kinderen met een overgevoelig of een ondergevoelig zenuwstelsel.
Met hun krijgen wij als therapeut vaak te maken.
Bij overgevoelige kinderen kan zelfs de zachtste aanraking pijn doen. Soms verdragen zij stevige druk beter dan strelingen. Zij hebben een andere gebruiksaanwijzing. Wanneer je de streepjescode van deze kinderen niet ontdekt missen die kinderen veel.
Je kunt dit overgevoelige zenuwstelsel desensibiliseren door goed functies die wel verdragen worden aan te bieden.
Er treedt dan gewoontevorming (habituatie) op.
Het kind wordt in staat gesteld om zijn voelen op zijn eigen manier tot ontwikkeling te brengen.
In de hersenen ontstaan nieuwe circuits. Het kind maakt een uitgebreidere Tom-Tom.
In de hersenen is een voortdurend proces gaande van snoeien en uit-g-roeien van zenuwweefsel. Wat niet wordt gebruikt (gestimuleerd) wordt vernietigd (gesnoeid) om ruimte te maken voor uitgroei van belangrijke verbindingen.
In Japan brabbelen baby’s net als hier. Ook de L-klank en de R-klank. Die klanken komen niet voor in de Japanse taal. Het gebiedje in de hersenen dat bij die klanken behoort, is op vierjarige leeftijd geheel verdwenen omdat het niet wordt gebruikt. Op later leeftijd is het moeilijk voor Japanners om die klanken alsnog (weer) aan te leren.
De juiste stimulatie geven.
Je brein moet snoeien om te groeien.
Vele verbindingen tussen zenuwcellen (synapsen) verdwijnen.
Om chaos in de hersenen te voorkómen, wordt in de pubertijd de bedrading omgegooid.
Slaaptekort (zo blijkt uit Amerikaans onderzoek bij muizen) maakt dat je in plaats van synapsen af te breken er juist bij maakt.
Hersenontwikkeling bij baby’s kost 75 % meer energie dan onze hersenen nu gebruiken. Daarom is slaap voor een baby onontbeerlijk. Ook het puberbrein met zijn enorme herstructurering van hersenen heeft veel slaap nodig. Op oudere leeftijd waanneer de hersenen hun min of meer vaste patronen hebben ,kan je met minder slaap toe
Ons werkgeheugen heeft maar een beperkte capaciteit. Het lange termijn geheugen kan veel meer bevatten,maar wil je het daar in opslaan dan moet je dingen vaak herhalen en ook daadwerkelijk doen. Alles wat je niet zo opslaat verdwijnt uit het geheugen. Om plaats te maken voor wel relevante informatie
Ingrid van der hum 04-04-2017