Wanneer je een trauma hebt, heb je ook altijd coping ontwikkeld. Coping is een manier om met je trauma te overleven. Een ander woord daarvoor is overlevingsmechanisme.
Een voorbeeld van coping: je vindt het moeilijk om confrontaties aan te gaan. Telkens wanneer er confrontatie dreigt, is er een spanningslading in je lichaam die bewust of onbewust aanvoelt als teveel. Om dit te vermijden ga jij bijvoorbeeld pleasen of weglopen van de situatie. Weglopen en pleasen zijn overlevingsmechanismen, coping. De spanning zakt dan weer even op dat moment, maar er blijft een lading in je lichaam aanwezig die weer oplaait bij de volgende dreigende confrontatie.
Regulatie is het kunnen doorvoelen en dragen van je emoties, totdat de lading ervan uit je lichaam is. In het bovenstaande voorbeeld zou dat bijvoorbeeld betekenen dat je kunt voelen wat er in je lijf gebeurt bij een dreigende confrontatie, dat je je schrik kunt benoemen naar jezelf en/of de ander. Je kan bijvoorbeeld de ander vragen rekening te houden met je moeite en zelf toch blijven staan en de confrontatie aangaan. Je kan de lading ervan voelen en accepteren in je lijf en hebt geduld met jezelf om die lading door te werken. Misschien moet je huilen of ga je trillen. Je lijf laat de spanning los en jij blijft daarbij, voelend en ademend tot de lading verdwenen is. Je houdt contact met jezelf en de ander. Dat is regulatie.
In therapie leer je je coping om te zetten naar regulatie. het voordeel daarvan is dat je niet hoeft rond te lopen met een spanningslading in je lijf en alle gevolgen van dien. Een trauma kan letterlijk ontladen worden. Dat is een proces dat meestal geduld vergt, maar ook enorm loont.
Een voorbeeld van coping: je vindt het moeilijk om confrontaties aan te gaan. Telkens wanneer er confrontatie dreigt, is er een spanningslading in je lichaam die bewust of onbewust aanvoelt als teveel. Om dit te vermijden ga jij bijvoorbeeld pleasen of weglopen van de situatie. Weglopen en pleasen zijn overlevingsmechanismen, coping. De spanning zakt dan weer even op dat moment, maar er blijft een lading in je lichaam aanwezig die weer oplaait bij de volgende dreigende confrontatie.
Regulatie is het kunnen doorvoelen en dragen van je emoties, totdat de lading ervan uit je lichaam is. In het bovenstaande voorbeeld zou dat bijvoorbeeld betekenen dat je kunt voelen wat er in je lijf gebeurt bij een dreigende confrontatie, dat je je schrik kunt benoemen naar jezelf en/of de ander. Je kan bijvoorbeeld de ander vragen rekening te houden met je moeite en zelf toch blijven staan en de confrontatie aangaan. Je kan de lading ervan voelen en accepteren in je lijf en hebt geduld met jezelf om die lading door te werken. Misschien moet je huilen of ga je trillen. Je lijf laat de spanning los en jij blijft daarbij, voelend en ademend tot de lading verdwenen is. Je houdt contact met jezelf en de ander. Dat is regulatie.
In therapie leer je je coping om te zetten naar regulatie. het voordeel daarvan is dat je niet hoeft rond te lopen met een spanningslading in je lijf en alle gevolgen van dien. Een trauma kan letterlijk ontladen worden. Dat is een proces dat meestal geduld vergt, maar ook enorm loont.