Van verwijten naar wensen
Vaak zijn wij geneigd onze verwachtingen aan onze partner of kinderen in vorm van verwijten uit te spreken. Helaas, dit werkt meestal averechts. De ander voelt zich aangevallen, voelt zich slecht over zichzelf, voelt zich tekortschietend; gaat in verdediging en soms in verzet.
De kans dat te krijgen wat je van de ander wenst wordt hierdoor kleiner.
B.v. “Je ruimt nooit de tafel af!”. Als je dit verwijt nu in een wens uitdrukt, zoals “Kun je svp de tafel afruimen?” of “Ik wens me dat je de tafel afruimt”, dan is het voor jouw partner/kinderen niet nodig in een verdedigingshouding te schieten en die onnodige welles/nietes-discussie in gang zetten.
Vaak zijn wij geneigd onze verwachtingen aan onze partner of kinderen in vorm van verwijten uit te spreken. Helaas, dit werkt meestal averechts. De ander voelt zich aangevallen, voelt zich slecht over zichzelf, voelt zich tekortschietend; gaat in verdediging en soms in verzet.
De kans dat te krijgen wat je van de ander wenst wordt hierdoor kleiner.
B.v. “Je ruimt nooit de tafel af!”. Als je dit verwijt nu in een wens uitdrukt, zoals “Kun je svp de tafel afruimen?” of “Ik wens me dat je de tafel afruimt”, dan is het voor jouw partner/kinderen niet nodig in een verdedigingshouding te schieten en die onnodige welles/nietes-discussie in gang zetten.