Ik haat het leven. Nu de zomer weer lijkt te beginnen zak ik steeds verder weg. Mensen maken plezier, genieten samen van het mooie weer, zoeken elkaar op..
Jaren trekken voorbij waarin ik probeer mijn hoofd omhoog te houden. Heb geen vrienden, een hechte band met familie is er ook niet. Het is allemaal oppervlakkig en kil.
Niemand die mij echt, écht kent, en daar ook geen moeite voor doet.
Mijn emotionele behoeftes zijn nooit bevredigd. Als kind niet en nu 50 jaar later is daar al helemaal geen sprake van.
Ik heb een flinke rugzak, zoals velen. Het is niet dat dit de boventoon voert als ik tussen mensen ben. Integendeel zelfs. Altijd blijven lachen en grapjes maken, een pleaser ook.
Een ondersteunende rol voor mensen waarmee het even niet goed gaat. Zelfs als dat even heel lang duurt.. en dan kom je weer op het punt dat er nog weinig ruimte is om zelf te ventileren maar dat het vooral om de pijn van een ander gaat..
Zelf vind ik het ook moeilijk om relaties te onderhouden, dus er is geen schuldige. Maar toch verwijt ik het mezelf als de eenzaamheid me weer om de oren slaat.
Mijn vertrouwen in de mensheid is weg.
Zelfs de mensen die je als enige zou moet kunnen vertrouwen zijn niet te vertrouwen. Dat is wat ik in mijn leven geleerd heb.
In de buitenwereld zou niemand van mij verwachten dat ik zo ontzettend eenzaam ben. Dat ik vaak zielenpijn heb, zoals ik het noem.
Voor de buitenwereld heb ik het goed. Dit straal ik ook uit, dat masker hanteer ik goed.
Ze moesten eens weten..
En die enkele die het wel weten zijn ook, net als mij, niet bij machte daar iets aan te kunnen of willen veranderen. Wat logisch is, het is mijn probleem.
Maar wat snak ik naar een helpende hand die mij voorgoed uit het duister weet te halen...
C.