Ik zit in een put. In die put staat een ladder waar ik op probeer te klimmen maar die ladder wordt steeds hoger, zonder einde. Soms val ik van die ladder en val ik lager dan waar ik begonnen ben. Het is daar donker en hoewel er aan de bovenkant van die ladder precies geen einde is is er vanoonder wel een bodem. En die bodem komt dicht in zicht.
Ik ben nog nooit zo laag op die ladder geweest en ik heb hulp nodig want ik kan niet meer klimmen. Het lukt gewoon echt niet meer. Ik heb de energie, de zelfdiscipline en de moed niet meer en daardoor val ik steeds dieper.
Ik heb iemand nodig die mij bij wijze van spreke fysiek helpt in plaats van iemand die zegt klim gewoon, zelfs al is het maar 1 trede per keer. Als je al zo vaak en zo lang hebt proberen klimmen kan je na een tijd gewoon niet meer. Als je steeds (dieper) blijft vallen terwijl je dacht dat je zo hard je best had gedaan en dat je deze keer op zn minst wel iets hoger zou kunnen blijven staan kan je na een tijd niet meer.
Ik geloof niet dat ik nog alleen uit deze put geraak. Ik heb al zo vaak om hulp geroepen en alles geprobeerd. Pilllen, routines, fruit eten, whatever, niks blijft werken, ik blijf vallen. Ik ben steeds verder weg van de het oppervlak en steeds verder weg van mezelf. Ik weet niets meer over mezelf en ben onzeker over ALLES. Ik heb iemand nodig die mij helpt om mezelf terug te vinden.
Ik kan niet meer klimmen, ik krijg mijn lichaam en brein niet meer overtuigd om samen te werken. Klimmen GAAT niet. Ik WIL zo graag maar ik kan het niet alleen.
Mensen blijven voorbij mijn put wandelen en soms kijkt iemand er even in en roept die iets, maar het is te ver weg en de afstand wordt steeds groter. De ladder blijft hoger worden en het oppervlak en iedereen zijn steeds verder weg.
Na een tijd heeft het geen zin meer om te proberen omdat de afstand te groot is geworden. Na een tijd is de moed vinden om toch nog te proberen roepen en iemand te bereiken onmogelijk. En het ergste van al is dat ik blijf proberen als ik wakker word met een klein beetje moed. Maar dan val ik na een paar dagen terug. En als je weet dat je steeds dieper valt, doe je na een tijd je best om niet meer te vallen. Ik probeer mezelf te beschermen. Ik wil de bodem niet bereiken, ik wil uit deze put en en ik wil leven.
Hoe verder weg en hoe langer ik in de put zit, hoe minder mensen mij lijken te begrijpen en hoe minder ze mij lijken te horen. Ik hoor alleen de echo van mijn eigen gedachten heen en weer stuiteren tegen de muren van mijn put. Een put die steeds smaller en smaller wordt. Dieper en smaller, tot ik vastzit of stilletjes verdwijn in mijn put van niets-zijn.
Ik ben nog nooit zo laag op die ladder geweest en ik heb hulp nodig want ik kan niet meer klimmen. Het lukt gewoon echt niet meer. Ik heb de energie, de zelfdiscipline en de moed niet meer en daardoor val ik steeds dieper.
Ik heb iemand nodig die mij bij wijze van spreke fysiek helpt in plaats van iemand die zegt klim gewoon, zelfs al is het maar 1 trede per keer. Als je al zo vaak en zo lang hebt proberen klimmen kan je na een tijd gewoon niet meer. Als je steeds (dieper) blijft vallen terwijl je dacht dat je zo hard je best had gedaan en dat je deze keer op zn minst wel iets hoger zou kunnen blijven staan kan je na een tijd niet meer.
Ik geloof niet dat ik nog alleen uit deze put geraak. Ik heb al zo vaak om hulp geroepen en alles geprobeerd. Pilllen, routines, fruit eten, whatever, niks blijft werken, ik blijf vallen. Ik ben steeds verder weg van de het oppervlak en steeds verder weg van mezelf. Ik weet niets meer over mezelf en ben onzeker over ALLES. Ik heb iemand nodig die mij helpt om mezelf terug te vinden.
Ik kan niet meer klimmen, ik krijg mijn lichaam en brein niet meer overtuigd om samen te werken. Klimmen GAAT niet. Ik WIL zo graag maar ik kan het niet alleen.
Mensen blijven voorbij mijn put wandelen en soms kijkt iemand er even in en roept die iets, maar het is te ver weg en de afstand wordt steeds groter. De ladder blijft hoger worden en het oppervlak en iedereen zijn steeds verder weg.
Na een tijd heeft het geen zin meer om te proberen omdat de afstand te groot is geworden. Na een tijd is de moed vinden om toch nog te proberen roepen en iemand te bereiken onmogelijk. En het ergste van al is dat ik blijf proberen als ik wakker word met een klein beetje moed. Maar dan val ik na een paar dagen terug. En als je weet dat je steeds dieper valt, doe je na een tijd je best om niet meer te vallen. Ik probeer mezelf te beschermen. Ik wil de bodem niet bereiken, ik wil uit deze put en en ik wil leven.
Hoe verder weg en hoe langer ik in de put zit, hoe minder mensen mij lijken te begrijpen en hoe minder ze mij lijken te horen. Ik hoor alleen de echo van mijn eigen gedachten heen en weer stuiteren tegen de muren van mijn put. Een put die steeds smaller en smaller wordt. Dieper en smaller, tot ik vastzit of stilletjes verdwijn in mijn put van niets-zijn.
Laura
> 2 jaar geleden