In het vorig blog over stress ben ik kort ingegaan op het positieve en negatieve van stress. We zagen dat stress nodig is om te (over)leven, of dat het je je leven (bijna) kan ontnemen. In een diagram werd aangegeven hoe het
stress-level zich ontwikkelt gedurende langere tijd op een positieve of risicovolle manier.
In deze blog ga ik in op een stukje geschiedenis van stress en burn-out en beschrijf ik de eerste fasen op weg naar een
burn-out. Ik hoop dat je door het verkrijgen van deze informatie beter zicht krijgt op jouw situatie. Een reactie op deze blog stel ik erg op prijs! Ik ben geïnteresseerd op welke manier je geholpen bent met meer kennis over dit thema. Een thema wat naar mijn idee vaak afstandelijk en wat koeltjes wordt benaderd.
Voor de geschiedenisfanaten onder ons eerst een wat over de oorsprong van
burn-out.
Het was Claude Bernard die rond het jaar 1855 in Parijs onderzoek deed naar de manier waarop het menselijk lichaam reageert op de buitenwereld. Hij beschreef het proces waarin het lichaam het zout- en watergehalte en de zuurgraad in evenwicht houdt tenopzichte van zijn omgeving.
Later ging Walter Cannon verder met dit onderzoek en introduceerde het idee van homeostase (het lichaam zorgt zelf voor balans). Hij onderzocht de bevindingen van Bernard verder en betrok ook de werking van verschillende hormonen op onder andere het bloedsuikergehalte, lichaamstemperatuur en de zuurgraad in zijn onderzoek. Hij beschreef op welke manier het lichaam er in slaagt zich aan te passen aan de eisen die de omgeving stelt. Te veel onherstelde
stress leidt tot lichamelijke klachten!
Na zijn overlijden vervolgde Hans Seyle in 1924 het onderzoek en bekeek de lichamelijke reactie op stress. Hij beschreef drie fasen als reactie op
stress: de alarmfase, de weerstandsfase en de uitputtingsfase. In de laatste fase slaagt het lichaam er niet meer in zich aan te passen.
Tenslotte was het Herbert Freudenberger die in 1958 de term ‘burn-out’ introduceerde. Als vrijwilliger werkte hij in een kliniek waar drugsverslaafden werden geholpen. Het viel hem op dat enthousiaste medewerkers na verloop van tijd veranderden in onverschillige en gedemotiveerde hulpverleners met verschillende (lichamelijke) klachten. Freudenberger gebruikte een term die chronisch drugsgebruik omschreef:
burn-out.
Deze Freudenberger introduceerde 12 fasen van burn-out waarvan ik de eersten hieronder kort wil bespreken. Overigens hoeven de fasen zich niet in deze volgorde te laten zien. Ze kunnen er bij iedereen anders uit zien. Een burn-out krijg je niet van de ene op de andere dag. Vaak is er al maanden en soms jaren een weg gaande naar het uiteindelijke moment: de burn-out. Iemand met een burn-out is vaak een harde werker en ziet een burn-out (zelf) vaak niet aankomen. Bij een
burn-out draait het bovendien vaak niet alleen om de werksituatie, maar spelen privéomstandigheden en persoonlijkheidskenmerken een rol.
1. Bewijsdrang: je wilt jezelf bewijzen. Je wilt laten zien dat je het kunt, punten scoren, waardering krijgen. Jij alleen bent de allerbeste! De wereld is maakbaar. Als jij je meer inspant, word je wie je wilt zijn.
2. Steeds harder werken: Door steeds harder te werken leg je de lat voor jezelf steeds hoger. Je kunt moeilijk stoppen en neemt meer verantwoordelijkheden op je. ‘Nee’ zeggen is het laatste waar je aan denkt.
3. Eigen behoeften negeren: Door hard te werken heb je het idee meer te bereiken en dichter bij je doel te komen. Je verwacht veel, te veel van jezelf. Om het toch allemaal te kunnen bolwerken ga je korten op je eigen behoeftes: minder slapen, minder tijd voor je hobby, minder tijd voor familie en brienden. Deze behoeftes zijn er wel, je ervaart ze wel, maar ze passen eenvoudig niet bij waar jij mee bezig bent. Je negeert ze.
4. Verdringing van conflicten: Je weet dat er iets mis gaat, maar weet tegelijkertijd niet waardoor het komt. Je voelt je opgejaagd, bedreigd, paniekerig. De eerste symptomen van slechte
stress laten zich zien: hoofdpijn, misselijkheid, buikpijn, enz. Je slaapt slechter en bent sneller buiten adem.
5. Herzien van eigen waarden: Die dingen waar je blij van wordt, doe je niet. Tijd voor je favoriete sport wordt minder, je bezuinigt op gezelligheid met vrienden en familie. Emotioneel stomp je langzaam maar zeker af. Wat je vroeger belangrijk vond, doet er niet meer zo toe.
6. Ontkennen van problemen: De bron van de problemen die je ondervindt liggen niet in jezelf, zo denk je. Je zoekt naar oorzaken die buiten jezelf liggen. Je wordt ‘hard’ voor je omgeving. Het ligt aan anderen wanneer er dingen mis gaan. Je wordt cynisch. Zelf herken je niet dat je veranderd bent…
Herken jij jezelf in een van deze stappen? Ben je nog niet burn-out geraakt, maar voel je wel dat je achteruitloopt? Neem dan contact met me op om preventief de
burn-out te lijf te gaan!
In het volgende blog ga ik in op onder andere de volgende 6 fases.
Groeten!
Bas